Klik hieronder voor een klein extra window met meer over
|
|
Kanton Guangzhou reis China foto's rivier reisverslag
|
25
oktober - 6 november 1987
Vergane glorie in Kanton en Xiamen
|
Van
Yangshuo naar Kanton: de sjoelbakkenboot
's
Ochtends, na het (voor ons in Yangshuo) gebruikelijke pannekoekontbijt,
vertrekken we op een (voor ons in Yangshuo) ongewoon zonnige dag
met de long-distance bus naar de stad Wuzhou. Het is een prettige
rit door het zonnige Chinese landschap waar het leven zijn gang
gaat. We zien een bruiloft (volgens onze informatie, wat we zien
zijn mensen die met meubels sjouwen: ze brengen de meubels naar
het huis van het bruidspaar). Tegen de avond komen we in Wuzhou.
Door een stel leerlingen van de toeristenschool worden we van het
busstation naar de boot (aan de overkant van de weg) geleid,
ondertussen oefenen ze vlijtig Engels op ons. We overnachten op
de boot, de sjoelbakkenboot, die ons over de Xi Jiang (=West rivier)
naar Kanton brengt. De naam "sjoelbakkenboot" dankt de
boot aan de slaapplaatsen: Aan weerszijden van de binnenruimte zijn
op de grond en op zo'n anderhalve meter hoogte houten slaapplaatsen
gemaakt door opstaande schotjes (niet veel meer dan 10 cm) om de
50 cm. Je ligt met je hoofd naar de buitenkant (bij de patrijspoorten
als je op de bovenste laag ligt zoals wij) en met je voeten naar
het middengedeelte. (Misschien werkt de tekening rechts verhelderend).
Zo kunnen er in de vrij kleine boot nog een heleboel Chinezen mee
naar Kanton. En een paar buitenlanders zoals wij.
Over
de Xi rivier van Wuzhou naar Kanton (Guangzhou).
|
Kanton
In
Kanton de volgende ochtend nemen we een taxi naar het Youth Hostel
op Shamian Island. We kunnen geen 2-persoonskamer krijgen maar we
kunnen wel op de slaapzaal terecht. Een dag later is er misschien
een 2-persoonskamer. Als we daar de volgende dag naar vragen gebeurt
er iets wat nogal typerend is voor de houding van de gemiddelde
Chinees die in de toeristenindustrie (maar niet in zijn eigen hotel
of restaurant) werkt eind jaren '80: we krijgen te horen dat het
niet mogelijk is een 2-persoonskamer te krijgen en dat dat de komend
weken ook niet zal lukken. Het hotel is vol met buitenlandse studenten
die lang blijven dus we kunnen een eigen kamer echt wel vergeten.
We vinden het wel jammer maar niet zo erg, we staan nog even te
praten bij de balie als de "receptioniste"opeens een sleutel
op de balie smijt (in onze richting) : "Room number 18".
Dus toch een kamer, en die was er kennelijk de hele tijd al. De
laatste keer dat ik in China was was het heel anders, maar in 1987
was het zo dat Chinezen in dienst van een (staats)hotel uitbetaald
krijgen ongeacht het aantal al dan niet tevreden gasten.
In Kanton beginnen we echt in het reis-ritme te komen: bij aankomst
zoeken we eerst een hotel, vervolgens regelen we het vertrek naar
de volgende bestemming een paar dagen later, we lopen vooral veel
rond in de stad, bekijken de belangrijkste bezienswaardigheden,
zoeken restaurantjes, winkels voor zakdoeken of tandpasta of batterijen,
wassen onze kleren, lezen boeken, schrijven brieven en vertrekken
weer. Het regelen van de reis naar de volgende bestemming neemt
in China altijd veel tijd in beslag, onder andere omdat er nauwelijks
Engels gesproken wordt. Omdat we al slechte ervaringen achter de
rug hebben besluiten we duur te doen en het vliegtuig te nemen naar
Xiamen (Amoy) onze volgende bestemming (en de laatste in China).
Na wat gezoek en gedoe lukt dat. We denken dat we een vliegticket
gekocht hebben voor maandag 3 november........
|
Ons hotel bevindt zich op Shamian Island,een schiereiland, door
middel van een aantal bruggen met de rest van de stad verbonden.
In de tijd dat Kanton een belangrijke handelspost van de Engelsen
was was Shamian de plek waar de Eurpeanen werkten en woonden. In
de 18e eeuw was het zo dat Europeanen alleen van september tot maart
en alleen op Shamian mochten verblijven. Eind 19e eeuw was het eiland
's nachts verboden voor Chinezen en honden (...) De mooie huizen
staan er nog steeds maar, op wat kantoorgebouwen na, is het meeste
vergane glorie. In iedere kamer woont minstens een gezin en uit
alle ramen hangt de was te drogen. (zie extra foto's van de huizen
op Shamian
)Tegenover ons hotel staat een heel luxe en duur hotel, het White
Swan. Ik kan mijn hang naar westerse luxe niet bedwingen (ik ben
niet zo'n echte reizigster) en krijg mijn vriend zover dat we er
wat gaan drinken en (ik in ieder geval) een hamburger gaan eten.
Er is net een oploopje bij het terras voor het hotel. Iemand krijgt
ons in de gaten, nog voor we door hebben waar het om gaat worden
we uit het publiek getrokken en aan een tafeltje geplant. Het blijkt
om filmopnamen voor een nogal romantische (geloof ik, in ieder geval
deze scene) Chinese film te gaan en wij bleekneuzen doen het goed
als decor. Hoewel, bij het terugkijken blijken we grotendeels verscholen
te gaan achter één van de hoofdrolspelers. Nou ja,
we hebben in ieder geval meegespeeld in een Chinese film, we gaan
maar in het hotel, de beroemde waterval in de binnentuin bewonderen
(waar Chinezen zich graag laten fotograferen) en watdrinken.
Volgens
een gezegde eten Chinezen alles wat vier poten heeft (behalve tafels)
en de Qingping markt van Kanton staat bekend als de plek waar dit
alles verkrijgbaar is. Voor de westerse dierenliefhebber is het
één grote droefenis, voor de Chinese dierenliefhebber
(in een andere betekenis) één groot feest: bereklauwen,
jonge hondjes, kikkers, zeldzame vissen, slangen, apen, tijgerhuiden....,
je kan het zo gek niet bedenken of het is er te koop. De volgende
dag, bij het wassen van mijn spijkerbroek kost het me moeite de
bloedspatten uit mijn spijkerbroek te krijgen.
In Kanton hebben we ook nog de dierentuin bezocht. Dit was zo
mogelijk nog droeviger dan de markt. De dieren zitten zich zichtbaar
ellendig te voelen in te kleine ijzeren kooien terwijl de bezoekers
zich onder andere vermaken met het gooien van takken en wat er maar
voor het grijpen ligt.
Een
van de betere bezienswaardigheden in Kanton is de tempel van de
zes banyan bomen.Op de plek staat al sinds de 6e eeuw een tempel.
De gebouwen zijn in de 10e eeuw afgebrand en later weer herbouwd.
De zes banyan bomen waar de tempel in de 12e eeuw naar werd genoemd
staan er nu niet meer, maar de tempel doet nog steeds dienst als
boeddhistische tempel. De opvallende 55 meter hoge Bloem Pagode
is de oudste van de stad. En sinds Bodhidarma, stichter van de Zen
sekte er een nacht heeft doorgebracht, is de pagode voor altijd
verlost van muggen. (informatie Lonely Planet)
Wij vertrokken op wat volgens ons maandag 3 november moest zijn
naar het vliegveld van Kanton voor de vlucht naar Xiamen. Na lang
wachten was onze vlucht nog steeds niet bijgeschreven op het schoolbord
bij de incheck-balies. Dus maar eens nagevraagd, bleek onze vlucht
pas de volgende dag te gaan! Drie november viel op de dinsdag, niet
op de maandag die wij steeds in ons hoofd hadden gehad. Dus nog
maar een nachtje in Kanton gebleven. Om nieuw gedoe met hotels te
voorkomen, het was al vrij laat , hebben we voor die ene nacht maar
voor een iets duurder hotel gekozen. En dinsdag 3 november het vliegtuig
naar Xiamen genomen.
|
Xiamen
Xiamen was vroeger bekend, of beter gezegd berucht, als een zeerovershol.
De naam van dit Chinese stadje in de provincie Fujian in het Zuid-Oosten
van China was toen Amoy. In de 17e eeuw, bij de opmars van de Manchus
naar het zuiden, vluchtten de hovelingen van de Ming-dynastie naar
het handelsstadje. Van hieruit werd, onder leiding van de legendarische
piraat-generaal Koxinga, leider van het Ming leger, een poging gedaan
de Manchu's terug te dringen. Dit resulteerde echter in een verder
terugtrekken naar het nabij gelegen eiland Taiwan, dat hiervoor
nog wel eerst veroverd moest worden op de Hollanders.
Rond de eeuwwisseling was Amoy een belangijke handelspost voor Europeanen
en Amerikanen. Het eiland Gulangyu, vlak voor de kust, werd gebruikt
als Europese enclave. Voor de Hollanders was Amoy ook de plek vanwaar
Chinezen werden geronseld voor Oost-Indië.
In 1980 werd Xiamen geopend voor toeristen en in '81 werd het Speciale
Economische Zone, wat meer economische vrijheid betekent en de handel
met het buitenland bevordert. Dit jaar (2001) was Xiamen de stad
vanwaar de eerste boot Chinezen naar Taiwan vertrok.
Wat
mezelf
het meest is bijgebleven is het hotel waarin we sliepen. Het was
gebouwd in de koloniale tijd, de kamers waren enorm en prachtig
betegeld, het had veel sfeer maar het was er wel erg verlopen. Verder
zijn we maar kort in de stad geweest. Uiteraard zijn we ook op het
eiland Gulangyu geweest, een vredig, autoloos eiland. Aan de oostkust
zie je in de verte Taiwan, achter de oorlogsschepen. Na drie dagen,
op vrijdag vertrokken we met een nachtboot (een oude scandinavische
veerboot) naar Hong Kong, toen nog een Britse Kroonkolonie. Bij
vertrek uit Xiamen aten we nog wat in een restaurantje aan de haven,
toen we er net zaten werd (voor ons) een cassettebandje met Engelse
kerstliedjes opgezet, een leuk afscheid van China.
|
|
|