Op 7 november voeren we 's ochtends vroeg de Britse Kroonkolonie
Hong Kong binnen. Na China (het China van 1987) kwam Hong Kong als
een complete verrassing: wolkenkrabbers met veel spiegelglas , grote
moderne winkelcomplexen, trams, auto's, aktentassen, neon-reclames
, een drukke levendige sfeer. Nu Hong Kong deel uitmaakt van China
(dat zelf inmiddels ook erg is gemoderniseerd) zal het contrast
niet meer zo groot zijn, maar toen was het een hele bijzondere ervaring
om vanuit het Chinese provinciestadje Xiamen aan te komen in de
kosmopolitische wereldstad Hong Kong.
De
(voormalige) kroonkolonie Hong Kong bestaat uit een aantal eilanden
en een stukje vasteland. Het grootste eiland is Hong Kong Island,
met Central District, het zakencentrum, als meest indrukwekkende
gedeelte. Ertegenover bevindt zich op het vasteland de wijk Kowloon,
het winkelcentrum, vol winkels, (van moderne air-conditioned shopping-malls
tot talloze kleine straathandeltjes) en uithangborden en een onmiskenbaar
Aziatische sfeer. (zie kaart rechts) Tussen deze twee gedeeltes
van Hong Kong, die samen min of meer het centrum vormen, varen de
hele dag de "starferries", groen-witte veerboten, heen
en weer (zie foto boven). Ze zijn dé manier om van het ene
deel in het andere te komen.
We
vinden een "hotel" in Kowloon aan Nathan Road, in Chungking
Mansions. Chungking Mansions is een begrip op zich: een groot rommelig
complex, vele verdiepingen hoog, van allemaal kleine winkeltjes,
restaurantjes en andere handeltjes van allerlei nationaliteiten
(ook veel Indiaas bijvoorbeeld). Het lijkt op een soort overdekte
markt. Er bevinden zich ook "hotels" (beetje een groot
woord) in Chungking Mansions. Ons hotel heeft een aantal piepkleine
kamertjes over verschillende verdiepingen verspreid. De badkamer
met kakkerlakken (mijn eerste, hoewel ze er al eerder geweest moeten
zijn) delen we met de andere kamers op onze verdieping (dwz het
stuk ervan dat bij ons hotel hoort). In ons kamertje wordt de meeste
ruimte ingenomen door een tweepersoons-stapel bed dat precies in
de breedte past. Er kan dan nog een kleine kast bij, een stoel en
een televisie maar dan is de kamer ook echt vol. We moeten bijvoorbeeld
niet allebei tegelijk willen staan. We vallen 's nachts in slaap
bij het geklik van Mah-Jong stenen van ergens aan de andere kant
van de luchtschacht waar ons "raam" op uit kijkt. Eten
kan je in het hotel, zoals in de meeste low-budget hotels in Azië,
niet krijgen, maar dat is geen probleem, overal is eten te koop,
de hele dag door. In Hong Kong is de keus bovendien enorm groot:
van Sumatraanse rijsttafels tot Kentucky Fried Chicken en van pizza's
tot (mijn favoriet) Indiase tandoori gerechten. (zie het
één regel dagboek
als je precies wilt weten wat we hebben gegeten.)
zijstraatje, Kowloon
Hong Kong was ons eerste poste-restante adres. (Dit was dus 1987,
computers bestonden al wel maar wereldwijd e-mailen was er nog niet
bij) We hielden contact met thuis door brieven en kaarten te sturen
en als poste-restante te krijgen via van tevoren opgegeven postkantoren.
Hong Kong was de enige grote stad waarvan we bij vertrek zeker wisten
dat we hem zouden aandoen dus dat werd het eerste poste-restante
adres. En meteen na aankomst, nadat we ons in het hotel hadden gesetteld,
gingen we op weg, met de starferry (fantastisch !!!) naar Hong Kong
Island waar het GPO, het General Post Office (Hoofd Post Kantoor)
vlakbij de aankomstpier van de startferry ligt. Voor allebei lag
een stapel brieven klaar. (Zie ook de
ansichtkaart die ik uit Hong Kong naar huis stuurde)
In
Hong Kong lieten we de eerste rolletjes met foto's ontwikkelen en
afdrukken. (van Moskou en de Trans-Mongolië
Expres) We hebben ook flink inkopen gedaan in het shopping-paradijs
Hong Kong, souvenirs zowel als belastingvrije grote boodschappen.
Zo had mijn vriend al in Nederland een bepaalde fotocamera op het
oog die hij in Hong Kong veel goedkoper heeft gekocht.(Klik op
hoe het geld er uit ziet
als je Hong Kong dollars wilt zien rollen!)Van de souvenirs die
we voor onszelf en onze dierbaren hadden gekocht, plus de spullen
die we niet meer nodig hadden maar ook niet weg wilden gooien, maakten
we elk een pakje (het was nog even een probleem om ieder een behoorlijke
doos te vinden) dat we naar huis stuurden waar het anderhalve maand
later aankwam. (Wat er precies in zat? Klik!).
Hong Kong was ook de plek waar we de volgende etappes
van onze reis hebben uitgestippeld: we willen vliegen naar Singapore
en gaan dan via de oostkust van Maleisië naar Thailand. De
vliegtickets naar Singapore en de nodige visa regelen we in Hong
Kong.
En dan is er ook nog tijd voor de bezienswaardigheid
nr. 1: De bestijging van Victoria Peak (de hoogste top van Hong
Kong Island) met de kabel-tram en het bewonderen van het uitzicht
aldaar. Klik op Hong Kong
- View from Victoria Peak voor een vergroting in kleur of
zwart-wit.
|
Er is trouwens nog veel meer te beleven op Hong Kong:
de boten van Aberdeen en Stanley aan de zuidzijde van Hong Kong
Island, de Happy Valley Racecourse, de Chinese Man Mo Temple in
Western District. Maar daar komen we deze keer niet meer aan toe
(ik kom 7 jaar later nog eens terug, hoera, maar dat weet ik dan
natuurlijk nog niet.) We hebben de vliegtickets en gaan verder naar
Singapore en Maleisië. Het laatste avontuur is het opstijgen
van het vliegtuig, rakelings over de flats , van het vliegveld Kai
Tak met zijn in zee gebouwde landingsbaan. (Voor wie dat eng vindt:
Kai Tak wordt sinds 1998 niet meer gebruikt, er is nu een veiligere
internationale luchthaven op Lantau.)
|